Je hebt net een nieuwe petroleumkachel aangeschaft en bent klaar om hem te gebruiken. Maar voordat je de kachel in huis aanzet, is het belangrijk om een paar stappen te volgen om geuroverlast te voorkomen en de levensduur van je kachel te verlengen.

Tijdens de productie van petroleumkachels worden in de fabriek verschillende oliën, smeermiddelen en soms zelfs petroleum gebruikt om de onderdelen te testen. Daardoor kan het zijn dat je nieuwe kachel bij het uitpakken een lichte petroleumgeur heeft of dat er nog wat resten in de ondertank zitten. Dat is normaal en geen reden tot zorg, maar het betekent wel dat je de kachel eerst moet schoonbranden voordat je hem binnen gebruikt.

Plaats de kachel op een goed geventileerde plek buiten, bijvoorbeeld in een schuur, onder een veranda of in een overkapping. Stel de (laser) petroleumkachel vervolgens in op maximaal vermogen en laat deze ongeveer drie uur branden. Tijdens dit proces verdampen de overgebleven oliën, smeermiddelen en restpetroleum. Na deze “inbrandfase” is de geur aanzienlijk minder en kun je de kachel veilig en comfortabel binnenshuis gebruiken.

Let er wel op dat een petroleumkachel nooit volledig geurloos is. Tijdens de verbranding komt altijd een kleine hoeveelheid CO₂ vrij. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimte waar de kachel staat, zodat verse lucht kan circuleren. Dit bevordert niet alleen de verbranding, maar voorkomt ook dat geurtjes blijven hangen.

Gebruik altijd zuivere petroleum van hoge kwaliteit, zoals Firelux Clear. Deze brandstoffen zijn speciaal ontwikkeld voor petroleumkachels en verminderen de kans op nare geurtjes. Tijdens het aan- en uitzetten van de kachel komt er altijd wat geur vrij — vergelijkbaar met het uitblazen van een kaars. Ook op die momenten is extra ventileren verstandig.

Door deze eenvoudige voorbereiding kun je optimaal genieten van de warmte en het comfort van je petroleumkachel, zonder hinderlijke geuren of storingen.